Nog geen account? Account aanmaken
Op zoek naar een Prunus cer. 'Morelle'? Dan bent u bij de Batterijen aan het juiste adres. U vindt bij ons kersenbomen in verschillende maten en soorten, van oude rassen tot moderne rassen.
De prunus cerasus ‘Morelle’ is een zure kers. De vruchten zijn tamelijk groot en hebben een licht- tot donkerrode kleur. Het vrucchtvlees is zacht en de smaak is zuur.
Deze kersen zijn geschikt voor verwerking in gerechten.
Prunus c. ‘Morelle’ is een zelfbestuivende kersenboom. Ondanks dat een zelfbestuivende boom niet persé een bestuiver nodig heeft om vruchten te krijgen, geldt het wel dat ze het vaak beter doen en meer vruchten geven wanneer er naast de zelfbestuiving ook kruisbestuiving plaatsvindt met een ander ras.
Klik hier voor de bestuivingslijst. Hierin kunt u zien welke soorten zelfbestuivers er zijn en welke soorten elkaar bestuiven.
De ‘Morelle’ kersenboom bloeit in de maanden april en mei met prachtige witte bloemen. Rond juli zijn de vruchten rijp.
Kersenbomen staan bij voorkeur op een plaats in de volle zon of halfschaduw, het liefst op het zuiden. Dit bevordert de kersenoogst en is belangrijk voor de vorming van de bloesem. Kersenbomen geven de voorkeur aan een losse, voedingsrijke bodem. Een te natte standplaats wordt slecht verdragen.
De prunus c. ‘Morelle’ kan ook prima gebruikt worden als leiboom. Deze leiboom wordt door de Batterijen met alle beschikbare takken netjes op het rekwerk geleid. Dit rekwerk heeft een grootte van 90x120 cm (HxB) en is beschikbaar in laagstam, halfstam en hoogstam.
Fruitbomen met kale wortel kunt u aanplanten van oktober t/m eind april. In het najaar is de kans op aanslaan het grootst. Het is dan vaak vochtig en de grond is nog relatief warm waardoor de boom snel nieuwe wortels vormt. Ook vanaf december t/m maart kunt u planten mits het niet vriest.
Bij bomen met kluit zitten de wortels nog in de aarde. De kluit is volledig ingepakt in jute of acryl en bij grote bomen wordt vaak ook ijzerdraad of een metalen net gebruikt. De kluit met jute of acryl kun je zo in de grond plaatsen. Het ijzerdraad of metaal mag niet verwijderd worden, enkel de bovenkant moet losgeknipt worden wanneer de kluit in de grond is geplaatst.
DCM Vivimus Groenten & Fruit zorgt voor een succesvolle aanplant van alle groenten en kruiden in volle grond en is ook zeer geschikt voor een succesvolle aanplant van fruitbomen, ook in de biotuin. Deze bodemverbeteraar bevat bovendien extra sporenelementen en zeewierkalk, een uitstekende aanvulling op de dagelijkse voedingsbehoeften van de boom. DCM Vivimus Groenten & Fruit creëert de ideale omstandigheden voor een snelle inworteling en een geslaagde aanplanting.
In de DCM bodemverbeteraars is de bacterie bacillus opgenomen. De voordelen hiervan:
Indien er gebruik wordt gemaakt van boompalen moeten deze in de grond geplaatst worden voordat de boom geplant wordt. De boompalen moeten aan de zuidwesten zijde van de boom geplaatst worden op ca. 20 cm van het hart van het gat. Het is belangrijk dat de boompaal aan de juiste zijde van de boom wordt geplaatst zodat de boom bij de meest voorkomende windrichting in de boomband gaat hangen, dit voorkomt uiteindelijk dat de boom langs de paal schuurt.
Voor het aantal te gebruiken boompalen geldt de volgende vuistregel: 1 paal voor wortelgoed, 2 palen voor kluitgoed en leibomen, 3 palen voor grote maten kluitgoed. Boompalen zijn minimaal twee groeiseizoenen nodig, afhankelijk van het soort boom en het formaat.
Om de boom aan de boompaal te bevestigen heeft u boomband nodig. Deze boomband zorgt ervoor dat de boom netjes recht langs de boompaal groeit. U kunt kiezen tussen jute of rubber boombanden. De rubber boomband is geschikt voor zwaardere toepassingen. De jute boomband bestaat uit 100% gerecycled krachtig geweven jute. De jute boomband is afbreekbaar en blijft doorgaans twee groeiseizoenen aan de boom. Na drie jaar begint het jute te verteren en breekt de natuur het materiaal vanzelf af, waardoor u de boombanden in principe niet zelf hoeft te verwijderen.
Bestuiving is het overbrengen van stuifmeel van stamper naar stamper. Deze bestuiving gebeurd bij fruitbomen door de wind, maar het belangrijkste deel gebeurd door insecten, waaronder bijen. Bij het zoeken naar nectar bezoeken ze vele bloemen en verspreiden zo stuifmeel.
Om veel vruchten aan een fruitboom te krijgen moeten veel bloemen bestoven worden. Sommige soorten bestuiven zichzelf en hebben geen bloeiende buurman nodig. Toch geven ook zelfbestuivers meer vruchten als ze door andere bomen worden bestoven.
Sierappels zijn ook zeer goede bestuivers. Ze geven gedurende een lange periode heel veel bloemen. Hierdoor kunnen ze gedurende lange tijd stuifmeel leveren voor de bevruchting van appelbomen.
Om het gemakkelijk te maken, kunt u hier een bestuivingslijst vinden. Hierin kunt u zien welke soorten zelfbestuivers er zijn en welke soorten elkaar bestuiven.
